Blader eens door je leven
Stef Bos bladerde door zijn repertoire als was het een fotoalbum, en zag dat het goed was. Naar goede gewoonte toert hij in het najaar door de Lage Landen met een bloemlezing uit zijn repertoire. Nu laat hij het publiek verzoekjes aanvragen, een formule die hem zo bevalt dat hij het tot het einde der dagen wil blijven doen.
Alles begint pas écht na je veertigste, stel je.
Onlangs vond ik een doorgezaagde boomstam en ik keek precies in een spiegel. Ik zag die jaarringen, de blikseminslagen, de jaren met veel en met minder regen, en dacht: ik moet eens teruggaan naar het beginpunt, naar waar ik vandaan kom.
Ik ben laat aan kinderen begonnen, maar dan ben ik er wel voor gegaan. Je stapt dan net een achtbaan op die niet meer stopt. Misschien ging ik wel wat te snel vooruit. Ik wilde wat meer herinneren en stilstaan. Ik ben al-tijd bezig nieuwe dingen te maken, alsof ik niet besta als ik niets nieuws maak. Dat mag even liggen, dacht ik.
Na je veertigste heb je al heel wat ervaring, maar toch kun je nog tot de kern doordringen. Toen ik door mijn hele repertoire ging, kwam ik dingen tegen waarvan ik dacht: wat een pretentie! Bij andere voelde ik dat ik wel wat te vertellen had. We maken heel veel foto’s, maar wanneer kijken we in een album? Blader eens door je leven. Bij mij zijn dat liedjes. De ene foto is al beter dan de andere, maar dat doet er niet toe. Ik ben genadig met mezelf.
Vorig jaar speelde je voor het eerst verzoekjes van je publiek.
Als ik mijn repertoire wil bewaren, waarom vraag ik dan gewoon niet wat mensen willen horen? Nummers als ‘Papa’ en ‘Is dit nu later’ komen altijd terug, en dat vind ik fijn. Andere nummers had ik al dertig jaar niet meer gespeeld. Het leek wel een sociologisch onderzoek over mijn werk. Ik legde het publiek uit dat een aantal zinnen toch niet helemaal klopte, of dat ik ze nu anders zou schrijven. Mensen begonnen me hun verhalen te vertellen. Dat was zo ongelofelijk schoon, triest, vrolijk… Ik wil het nooit meer anders doen.
Op het podium kan ik ongelofelijk goed het momentum pakken. Vroeger dacht ik: ik ben iets aan het doen. Nu niet meer. Ik ben er, hier en nu. Bij een bloemlezing is het publiek mijn band. We steken het concert samen in mekaar, het draait mee met de stemming. Ik hoef niet alles meer voor te bereiden, want het liedje is er al. Het publiek geeft me een vrijgeleide: zing je ziel en zaligheid maar uit je lijf.
Je bent een Nederlander en verdeelt je tijd over Zuid-Afrika en België. Hoe beleef je dat?
Zuid-Afrika is de wereld in zakformaat: het is de harde werkelijkheid. We wonen midden in de stad, niet in een rare ommuurde plek. Je ziet de dag op straat en tegelijkertijd de schoonheid.
Er zijn heel wat overeenkomsten tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika. Ik noem het ‘innemendheid’. Mijn vrouw zegt wel eens over ons, Nederlanders: “Julle is direk, julle is ’n bietjie lomp”. Ik begrijp helemaal wat ze bedoelt. Als we ergens anders komen, proberen we niet eerst in te schatten wat de gevoeligheden zijn. Dat hebben Vlamingen veel meer, net als Afrikaners, die eerder wat afwachtend zijn. Verschillen zijn er dus wel, maar in deze tijd gaat het altijd maar over identiteit en ras. Dan denk ik: nee, we zijn mensen. Natuurlijk zijn we anders, maar in grote lijnen worden we geboren en gaan we dood, we hebben lief en we hebben verdriet. De verschillen zijn helemaal niet zo groot.
De wereld is in beroering. Klinkt dat door tot op het podium?
Jammer genoeg zijn er veel mensen aan de macht met een persoonlijke machtswellust, en dan ligt geweld altijd om de hoek. Maar de meeste mensen op deze wereldbol willen dat niet. Mensen hebben op dit moment een enorme behoefte aan samenzijn. En dat kan beter met muziek dan met een of andere politicus, want voor je het weet staat er een of andere verkeerde figuur dingen te roepen — en dat hebben we al meegemaakt. Hoe kan het dat we ons laten gijzelen door een paar idioten? We zouden het hen onderling moeten laten uitvechten in een arena, in plaats van generaties op te offeren op het slagveld.
Bij mijn vorige bloemlezing was de oorlog in Gaza net uitgebroken. Ik begon de voorstelling met ‘Alle Menschen werden Brüder’ van Beethoven. Steeds meer ontdek ik hoe helend muziek is. We hebben mensen nodig die romantisch kunnen denken, voorbij zichzelf. Misschien kom ik wel meer thuis in deze tijd dan dertig jaar geleden. Toen was er een soort manifest materialisme, alsof geluk gedefinieerd was als ‘naar de Mediamarkt gaan’. De kerk had afgedaan, en grotendeels terecht, denk ik. Maar spiritualiteit hebben we als het kind met het badwater weggegooid.
Spiritualiteit is voor mij de nood om ons te definiëren in een groter geheel, hoe je dat ook noemt. Kijk je naar de sterren in Zuid-Afrika, of naar de wolken in de Lage Landen, dan krijg je het gevoel dat je heel klein bent. Zo krijg je enorm veel ruimte om je heen. Dat zit ook in muziek, die kan ontroeren, hoopvol stemmen, troosten, alles tegelijk.
In ‘Papa’ zing je over gelijkenissen met je vader. Zie je die ook terug in je kinderen?
Ja, en nog veel sterker. We zijn allemaal een optelsom van onze voorouders. We denken te veel in het ‘ik’ en zien het grotere geheel niet meer. Welke trauma’s of mooie dingen zijn overgedragen op ons, soms zonder er bewust van te zijn?
Het liedje ‘Papa’ definieert eigenlijk alles wat ik daarna geschreven heb. Misschien had ik daarna niets meer hoeven schrijven. Toen deed ik dat onbewust. Ik keek naar mijn vader en dacht: ik zie hetzelfde. Dat is het spirituele weer: jezelf in het grotere geheel zijn. Zo origineel ben ik nu ook weer niet, en die gedachte geeft heel veel lucht.
Nog meer dan van liedjes spelen, geniet je van het maken.
Het fijne van optreden is het kortstondige. Hangt er magie in de lucht, dan ga ik met veel voldoening naar huis. Je kunt god zijn op het podium, maar daarna ben je weer gewoon een boerenlul. Als je die balans vindt, dan is dat zo fijn om te doen. Maar het mooiste is in het proces te zitten, achter de piano. Waarom? Omdat je uit jezelf treedt, net als kinderen die met soldaatjes of poppen of poppen spelen, of tekenen met de tong tussen de tanden. Als je dat dan samen met andere muzikanten en songwriters kunt doen, dan ontstaan er herinneringen. Dat zijn bijna heilige momenten. Het maken, vanuit het niets iets laten ontstaan: dat zijn de mooiste momenten, naast de menselijke dingen die ik heb meegemaakt, met mijn kinderen, of met vrienden. Daar kan geen Lotto-arena of Sportpaleis tegenop.
Een interview van Lien Vanreusel voor Schouwburg Noord.