opdrachtgever: Schouwburg Noord
vormgeving: Zwerm Studio
tekst: Kip Copy
opdrachtgever: Schouwburg Corso
tekst: Kip Copy
In gesprek met het verleden
De Koe wordt De Hoe en blikt terug op dertig jaar theatermaken. In een sequel op De mandie zijn haar kort liet knippen komen een man en een vrouw (Natali Broods en Peter Van den Eede) elkaar na twee decennia opnieuw tegen. Willem De Wolf nam dan weer de tekst onder handen van De Nijl is in Caïro aangekomen (1998). Een gesprek met Peter Van den Eede over hoe tijden en acteurs veranderen.
Staan de man en de vrouw In De nieuwe man anders in het leven dan twintig jaar geleden?
Als je jong bent, heb je dromen en overtuigingen waar je de negatieve neerslag nog niet van hebt ervaren. Hoe ouder je wordt, hoe meer je beseft dat die romantische gedachte niet realistisch is. Op een bepaald moment kies je eieren voor je geld en wil je een zeker evenwicht in je leven, ten koste van de wilde gedachten die je kunnen doen wankelen. Ook in de liefde gaat het zo: die probeer je veilig te stellen door ze deels onschadelijk te maken.
We leven in een gepolariseerde wereld. Dat thema gaan jullie niet uit de weg.
Waar we vroeger de kunst als metafoor gebruikten, is de politieke lijn nu zichtbaarder in het werk van De Hoe. In mijn ogen heeft alles een politiek lading; hier vonden we een mooie manier om erover te praten. Toch wil ik vermijden dat de kunst gekaapt wordt door één ding. Ze moet een vrijplaats zijn waar alles in vraag gesteld kan worden, die mensen kan ontroeren en in beweging brengen.
Wat veranderde er aan De Nijl is in Caïro aangekomen?
Bij het herlezen bleek de tekst nog perfect overeind te staan. In de eerste versie ontmantelden we de structuur van Schijn bedriegt vanThomas Bernhard. Zijn bronnen sneden we letterlijk aan: Montaigne, Blaise Pascal, Goethe, Schopenhauer … Die laatste gebruikte een aantal keer het n-woord, maar haalden we eruit. Het is niet meer relevant. Willem De Wolf voegde ook een reflectie toe over Marlon Brandon en hoe hij over acteren dacht.
In dit stuk brengen jullie filosofie en slapstick samen.
Als ik dialogen schijf, lach ik mezelf uit: ik zie mezelf bezig. Als acteur moeten je eigen domheid en onvermogen meespelen in de virtuositeit en het intelligente. Doordat ik mezelf onder de loep neem, gaan mensen zichzelf zien. Het is een van de vele paradoxen van het theater.
Hoe beslisten jullie welke voorstellingen jullie hernemen?
Wat zou er gebeuren indien de twee mensen uit De man die zijn haar kort liet knippen elkaar twintig jaar later opnieuw tegenkomen? Dat was een prikkelend idee. Toen we De Nijl is in Caïro aangekomen maakten, waren we dertigers en hadden we het over mensen die aan het einde van hun leven staan. Op een bepaald moment haal je de leeftijd in van de rollen die je speelt: het toneelspelen gaat nu veel meer over onszelf.  
Een interview van Lien Vanreusel voor Schouwburg Corso
portfolio